86 jaar lang heeft Frieda zich verzet. Ze heeft haar gezicht ingesmeerd met Nivea. Ze heeft het stof van haar vensterbank geveegd, van de kasten, van haar bureau. Vroeger hielp haar dochter haar nog weleens met het vegen van de stoep. Maar sinds zij verhuisd is naar Apeldoorn, boent de oude Frieda zelf met een emmer sop de groene aanslag van het trottoir.
Tot op een maandag in augustus een duif tegen het raam van Frieda Splitter poept. De oude vrouw zinkt in haar stoel. Ze denkt aan de laag stof achter haar bank en onder haar bed. Als ze niets doet, dan gaan daar vliegen wonen en zilvervissen. Met steeds meer zullen ze komen. Mieren, maden, muizen. De stoep zou verpulverd worden door de algen, hier en daar is dat al gebeurd. En dan kwamen er grassen en dichte bossen met woekerende brandnetels.
Een heel klein stofje dwarrelt neer op de hand van Frieda Splitter. Even wil ze het wegvegen, maar ze bedenkt zich. Er valt niet langer op te poetsen tegen het leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten