
Ik dacht dat je haar roder was was het meest intime dat Breedvoet die dag tegen haar zei. Oh jee, denkt Frieda. Hij zou toch niets van mij willen? Plots krijgt zij een gevoel van schuld en medelijden. Dat zwarte rokje, die witte hakschoentjes. Had zij Breedvoet verleid? Met voorbedachte rade, om hem na een dag lang op zijn rekening thee te hebben gedronken te laten vallen? Moet ze hem alsnog belonen voor deze blijk van interesse?
Ze besluit hem niet te omarmen. Die zwarte broek hoog opgetrokken, wit overhemd diep ingestopt. Het paspoort in zijn borstzak, pen ernaast. Vieze bril.
Vaarwel Breedvoet!
1 opmerking:
Geliefde Frieda,
iemand zo witzig als jij zal altijd moeite hebben een waardige partner te vinden, al is het voor een dagje slenteren in Amsterdam. Mjn moeder zegt altijd: op elk potje past een dekseltje, en mijn vader zegt altijd: er zijn meer mannen dan kerktorens. Meneer perfect bestaat misschien niet, maar Meneer geschikt komt echt binnekort om de hoek gewandeld, wanhoop niet.
Shalom!
Een reactie posten