Nog een beroemde liftboy: Felix Krull |
De volgende dag nam Frieda de trap; dat was sneller. Nog voor ze haar make-up op had kunnen doen, had het kamermeisje al op haar deur geklopt
om te zeggen dat de taxi klaar stond. Vandaar dat de auto's onder het hotelraam zo toeterden. Eigenlijk moest ze nog even naar de wc, maar
daar was geen tijd meer voor. De trap wentelde zich drie verdiepingen rond de
gietijzeren kooi van de lift, die dit keer zonder jongen naar boven schoof.
Buiten zwaaide Suleiman de taximan de deur van zijn Opel Astra open.
Dit was pas een echte Suleiman. Dit was Lawrence van Arabië. Dit was de prins
van Perzië, bij wie Frieda zonder er over na te denken achter op zijn kameel zou
stappen, de Sahara in.
Ze reden de stad uit. Suleiman loodste de taxi met één
hand aan het stuur door de rijen auto’s. Ternauwernood voorkwam hij een botsing met een meisje dat met de armen over elkaar, achterovergeleund op een galopperende ezel zat. De weg was
te vol, te vol om even langs de kant te kunnen stoppen bij een wegrestaurant
met een wc waar Frieda eindelijk kon plassen. Suleiman wees naar een paar
flatgebouwen in de verte. Daarachter was de Sahara en als je goed keek, zag je
de piramides. Boven de daken staken twee puntjes uit. Zwart, niet geel.
Als je niet eet en drinkt, ga je dood. Maar kun je ook
sterven door het ophouden van je plas? In Frieda's tas zat nog een broodje van het
ontbijtbuffet. Wit brood neemt vocht op, maar dat het ook water wegtrekt uit je
blaas is onwaarschijnlijk. Frieda nam een pepermuntje en besloot te wachten
tot ze bij de piramides waren.
Suleiman parkeerde zijn auto op het marktplein van Gizeh en
gebaarde dat hij zou blijven wachten. Een jongetje kwam naar Frieda toe met een
mapje kaarten. Alweer piramides. Die ging ze zo in het echt zien, maar eerst
wilde ze een wc vinden. Een marktkoopman reikte haar de teugels van een kameel.
Misschien hielp het als ze haar bekken tegen zo’n bult zou drukken. Te laat, de
man liep al naar een groep Duitse toeristen die net uit een bus stapte.
Daar waren de piramides. De omheining en de kaartverkoop zag
je nooit in de reisgidsen. Net zo min als al die Chinezen, Amerikanen en
Engelsen in korte broek. Soms leek het wel alsof deze mensen zich bij alle
wereldwonderen samenhoopten. Of het nou de Chinese muur is, of de Zaansche
Schans; op al die plekken maakt Frieda altijd met precies dezelfde mensen precies
dezelfde foto’s. Moesten zij nooit naar de wc? Of zweten zij alles
uit?
Nu wilde Frieda plassen. Zou ze zo’n piramide in moeten voor een
wc, of waren de toiletten achter de sfinx? Frieda's buik begon pijn te doen. De
woestijn was rommelig en helemaal niet uitgestrekt en leeg. En Suleiman stond
waarschijnlijk bij zijn auto te roken, terwijl hij toch met Frieda op een kameel
de woestijn in had moeten trekken, naar een oase met palmbomen en klaterend
water waarmee zij hun dorst zouden lessen. Een Egyptenaar bood Frieda zijn paard
aan, een vrouw met een kind op haar rug stak haar een kralenketting toe met een
hangertje van een piramide eraan. Maar Frieda wilde plassen. Alleen maar plassen.
Frieda liep een paar honderd meter de woestijn in en nam een
besluit. Dan maar hier. Palmbomen om achter te schuilen waren er toch niet. De
Egyptenaren hadden geen oog meer voor haar en de toeristen dromden samen aan de
voorkant van de piramide. Frieda schoof haar hand onder haar rok en trok haar
onderbroek opzij. Haar buik ontspande zich. Daar kwam het water. Eerst een
scheve stroom die tegen haar dijbeen naar beneden liep. Daarna recht naar
beneden. Recht in de woestijn. Frieda keek op. Hier begon de Sahara.
Dit was deel 2 uit de Suleiman-saga. Voor deel 1, klik: http://splitterfrieda.blogspot.nl/2014/07/suleiman.html
Dit was deel 2 uit de Suleiman-saga. Voor deel 1, klik: http://splitterfrieda.blogspot.nl/2014/07/suleiman.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten