zondag, november 22, 2015

Parallelle rentreinrit


De machinist fluit, de trein trekt op, de koffie verkeerd staat op het tafeltje naast het plaatje van de mus. Frieda kijkt naar buiten en dan naar haar spiegelbeeld in het raam. Eerst zit die Frieda stil en drinkt haar koffie. Dan loopt ze zachtjes mee over het perron, om vervolgens over de balken op het rangeerterrein te stappen. Als de trein bij de weilanden komt, gaat het keihard. Frieda rent en springt over de slootjes. Korte sprongen, lange sprongen. Bij industrieterreinen en dorpjes maakt ze soms een ommetje door de straten die iets verderop parallel lopen aan het spoor. En als er een rivier komt, dan doet ze de asymptotische sprong. Dus: rennen, afzetten en steeds voordat je neerkomt je voeten een heel klein stukje verder optrekken. Zo ben je een curve die nooit de y-as raakt en zweef je steeds dichter bij het water naar de overkant.
Als jullie dat ook doen, dan rennen er dus naast elke trein hele groepen mensen in gedachten mee over de weilanden en door de industrieterreinen.

3 opmerkingen:

Harm zei

Nee, dat doe ik niet

Anne zei

Stel dat ik dat zou doen, wat al vrij uitzonderlijk is. Waarom concludeer je dan dat meteen bij elke trein die elke minuut vanuit elke stad vertrekt, hele hordes mensen meelopen?

Harm zei

Ja, je hebt maar twee lezers. Beetje snelle (en rare) conclusie.