zaterdag, oktober 03, 2015

Na de dennenboom



Oh dennenboom!
Op 6 februari 2010 moet J.B. Geerlings gemerkt hebben dat aan de overkant van de singel, schuin tegenover zijn huis, een dennenboom werd omgezaagd. De oud-burgemeester stond die ochtend in zijn studeerkamer, op de eerste etage van zijn stadsvilla, met een kop koffie naar buiten te kijken. Iemand riep hem. Tenminste, zo leek het. Want plotseling draaide hij zich om en verdween uit beeld.

Ongeveer tien tellen later liep Geerlings de woonkamer in en reikte naar een telefoon aan de muur. Normaal kon ik nooit zien wat zich op de benedenverdieping afspeelde. Maar nu de dennenboom voor mijn kamer was verdwenen, had ik vrij zicht. Even later hing Geerlings de hoorn terug aan de muur en weer ging voor het raam staan, nog steeds met zijn koffie in zijn hand.

Het leek wel dat hij naar mij keek. Ik liet mij van mijn vensterbank glijden en schonk een kopje thee in. Voorzichtig keek ik op. Geerlings stond nog steeds voor zijn raam en keek dwars door de plek heen waar vanochtend vroeg nog de dennenboom stond. Dwars over het gazon waar op zomerse dagen studenten in het gras lagen en over het dunne laagje ijs op de singel dat alleen nog maar een paar eenden en een meeuw kon dragen.

Geerlings keek mij aan alsof hij bij me op de stoep stond, of in mijn voortuintje, op de plek van de dennenboom. Zo dichtbij was hij nooit geweest. Nou ja, een keer dan. Vorig jaar was ik zomaar de deur uitgestapt en naar zijn zijde van de singel gelopen. De dennenboom onttrok de begane grond van zijn villa nog aan mijn zicht, maar ik wist zeker dat hij weg was. In het uur dat ik mijn pot thee had leeggedronken, had ik achter de ramen aan de overkant geen beweging gezien.

Ik was me dood geschrokken toen ik bijna bij zijn huis was en hem de voordeur achter zich dicht zag trekken. Stond hij daar zomaar met zijn krullen en zijn bril. Met zijn lange jas, zijn brede schouders. Hij was met zijn handschoenen in de weer, hij had geen oog voor mij. Ik was meteen omgekeerd en teruggegaan naar huis. Waarom was de man die ‘s nachts naar dezelfde auto’s op de singel luisterde als ik, zo onbereikbaar? Ik werd misselijk en meldde mij de dag daarna voor de zoveelste keer ziek.

Sindsdien had ik geen stap meer aan de overkant van de singel gezet. Maar zijn woning zag ik vaak genoeg van dichtbij. ’s Avonds sleepte ik het gele mannetje van Google Streetview naar zijn adres. Daar stapte hij steeds weer op zijn fiets. Zijn linkerbeen tot het uiterste gestrekt naast zijn fiets, zijn rechterbeen in een half geheven pose. Hij had zijn zadel vast iets te hoog staan.

Geerlings keek mij recht aan. Stak hij nou zijn hand omhoog? ‘Proost’ zei ik zacht, en tilde mijn theekopje de lucht in. Geerlings bewoog zijn lippen en maakte met zijn koffiekop eenzelfde gebaar.

Geen opmerkingen: